DE ONDERZEEBOOT Hr.Ms. O13

Bekendmaking J.Th. Furstner

Op 2 juli 1940 komt vice-admiraal J.Th. Furstner, bevelhebber van de zeestrijdkrachten van de koninklijke marine in London met de volgende bekendmaking

 

Het verlies van de onderzeeboot Hr.Ms. O13 in juni 1940.

Bekendmaking door de marine:

KONINKLIJKE MARINE           London, 2 juli 1940.
BEVELHEBBER DER ZEESTRIJDKRACHTEN

S. 207/1/1 G.

       Met groote droefheid bericht ik U hierbij, dat Hr.Ms. onderzeeboot O-13 zoo lang over tijd is, dat helaas haar verlies als vaststaand aangenomen moet worden. De boot is 12 juni met een oorlogsopdracht in de Noordzee uitgegaan. De vijand meldde op 18 juni met bovenwaterstrijdkrachten jacht te hebben gemaakt op een onderzeeboot ongeveer ter plaatse waar Hr.Ms. O-13 moet zijn geweest. Toen op 19 juni de boot werd teruggeroepen heeft hij zich niet gemeld.
       Zoo zijn dan wederom 35 van de dappersten onder ons gevoegd bij de lange lijst van Nederlanders, die in dezen, ons tegen onze wil opgedrongen oorlog, het leven lieten. Onverschrokken, verlangend den vijand afbreuk te doen ten einde daardoor de uiteindelijke overwinning te bespoedigen en daarbij het recht te hebben het Vaderland ongeschonden terug te eischen, zijn zij de zee ingegaan, helaas, om niet meer terug te keeren.
       Zij zullen in de geschiedenis van ons Vaderland de volle eer krijgen als mannen, die het hoogste offer hebben gebracht voor de Vrijheid en Onafhankelijkheid van het thans opgroeiende geslacht Nederlanders.
       Hun offer zal niet vergeefsch gebracht zijn, evenmin als dat van de drie wapenbroeders van de Britsche Marine, die aan boord van de O-13 het lot van onze mannen deelden.
       De toekomst moge er nog zo weinig voor de eerstkomende weken uitzien, wanneer men met maanden - als het moet - jaren rekent, is de overwinning van de vrije volken verzekerd.
       Bedenken we hoe de eerste Prins van Oranje te moede was in den tijd, dat de dichter van het Wilhelmus hem de volgende woorden (het 9e couplet ) in den mond legt:

Na 't suer sal ick ontfangen,
Van Godt, mijn heer, dat soet
Daer na so doet verlanghen
Mijn vorstelijk ghemoet
Dat is, dat ick mag sterven
Met eeren in het velt
Een eeuwich rijck verwerven
Als een ghetrouwe helt.

De Vice-Admiraal
Bevelhebber der Zeestrijdkrachten,
J.Th. Furstner Toch versaagde de eerste Oranje niet en ... hij mocht het geluk smaken Nederland weer vrij te zien van het juk van den overweldigen.
       Als "getrouwe helden", zoo zullen de namen van de mannen van Hr. Ms. O-13 geboekstaafd worden in de geschiedenis van ons vaderland.
       In verband met het te verwachten misbruik der publicatie van ons verlies voor de propaganda van den geslepen vijand, verzoek ik U het bovenstaande als een vertrouwelijke mededeeling aan de bemanning van Hr.Ms. oorlogsschepen bekend te maken.
       Het juiste oogenblik en de wijze van publicatie in de pers zal door mij later worden bepaald.

De Vice-Admiraal
Bevelhebber der Zeestrijdkrachten,
J.Th. Furstner

 

 


KONINKLIJKE MARINE
BEVELHEBBER DER ZEESTRIJDKRACHTEN

S. 207/1/1 G.           London, 2 juli 1940.

 

Opgave opvarenden Hr. Ms. O-13 

Luit.t.z. der le klasse    E.H. Vorster             Commandant
      id.     2e ,,        W.J. Snijder             Oudste Off.
      id.     3e ,,        J.O. Nieuwenhuis 
      id.     3e ,,        J.A. Sillevis
Off. M.S.D. der 2e kl.     J.A. Buys                Hoofd M.K.
Bootsman                   J.J. Mooldijk            9653 Chef d'Eq.
Kwartiermeester            P.L. Lutter              12618
Matroos der le klasse      J.F. van Hilst           11484
      id.                  G.L. van Gend            12847
      id.                  H.J.S.M. Albregts        12101
      id.   2e klasse      L. Laan                  14664
      id.   3e klasse      C.v.d.Veer               14632
      id.                  F.H. Rienstra            15026
      id.   zm             J.D. Nagelhout           9236
Korporaal Telegrafist      A. Middelink             9792
Telegrafistenmaat          A.S. van Battum          16942
Sergeant Monteur           C. Selderbeek            7275
Korporaal Monteur          A.P. van Elswijk         7911
      id.                  J.A. van der Vliet       7972
Sergeant Torpedomaker      H. Reijtenbach           9472
Korporaal Torpedomaker     W.A. Wahlers             10416
      id.                  J.J.A. Cadot             12512
Korporaal Konstabel        T. Dam                   11145
Majoor Machinist           W. van der Hoff          8906
Sergeant  id.              H. Vukkink               9322
      id.                  W. Ausum                 10361
Korporaal Machinist        W.A. de Moel             11794
      id.                  D. Schaatsbergen         11830
      id.                  G.J. Heikamp             12537
Stoker/olieman             J. Drijver               12876 z
Koksmaat                   A.C. Havenaar            10660

Aan boord waren ook geplaatst:
Lieuternant                B.E. Greswell            (R.N.)
Leading Telegraphist       H.P. Mc. Donald          (R.N.)
Signalman                  J.H. Spettique           (R.N.)

 

Op 12 juni 1940 vertrok de onderzeeboot Hr.Ms. O 13 vanuit Dundee voor haar eerste Noordzeepatrouille. Op 19 juni werd de boot teruggeroepen, doch zij is niet teruggekeerd. Vermoedelijk is de Hr.Ms. O 13 een dag later op de Noordzee ter hoogte van Great Fisher Bank geramd door de Poolse onderzeeboot "Wilk" en als gevolg daarvan met man en muis vergaan. De 34 opvarenden, onder wie 3 Britten, werden vermist. (1)

 

  1. Aldus de "GEDENKROL van de Koninklijke Marine 1939-1962", samengesteld door Harry Floor.

 

Deze bekendmaking is met welwillende toestemming van de redactie letterlijk geciteerd uit het blad KVO van de vereniging "Klaar Voor Onderwater", zie KVO Nr.68 juni '99.
Klik op de blauwe namen voor meer informatie over het betreffende bemanningslid.